Dunamare Onderwijsgroep jaarverslag 2021

Toelichting op de jaarrekening

Algemene toelichting

Activiteiten

Stichting Dunamare Onderwijsgroep, statutair gevestigd aan de Diakenhuisweg 5 te Haarlem (KVK 34277470), is een stichting met de status van onderwijsinstelling. Dunamare heeft conform artikel 4.1 van de statuten tot doel: ‘het in stand houden van openbare en bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs’.

Het bestuursnummer van Dunamare is 41664. De hierin meegenomen BRIN-nummers zijn 01KL, 02KM, 02YH, 13JF, 15NE, 18EC, 19EQ, 19TI, 20EK, 20RC, 20RF, 25FU, en 26JE.

 

Verslaggevingsperiode

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2021, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2021.

Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening


Toegepaste grondslagen

De jaarrekening is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO). Hierin is bepaald dat de bepalingen uit Titel 9 van Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 400 ‘Bestuursverslag’ en 660 ‘Onderwijsinstellingen’) van toepassing zijn, met inachtneming van de in de RJO aangeduide uitzonderingen.

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen.


Continuïteit

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. De gevolgen van de coronapandemie zijn hierbij in acht genomen en nader toegelicht in het bestuursverslag. Hierbij is naar onze mening geen sprake van materiële onzekerheid over de continuïteit.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva en resultaatbepaling

Algemeen

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en verplichtingen zijn gebaseerd op de historische kosten, tenzij anders vermeld.

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouw­baar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen, worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen rechten.

Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen, worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen.

Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit, wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico’s die zich naar alle waarschijnlijkheid in de praktijk zullen voordoen, en niet van voordelen en risico’s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich zullen voordoen.

Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de staat van baten en lasten opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie.

Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn verspreid.

Presentatie en functionele valuta

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s. De euro is tevens de functionele valuta van de instelling. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde hele getal.


Schattingen

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerke­lijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen (vooral post voorzieningen) en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzie­ningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het bestuur het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:

  • inschatting van de omvang en timing van uitgaven van groot onderhoud voor rekening van de instelling in toekomstige jaren ten behoeve van de bepaling van de voorziening groot onderhoud;
  • inschattingen met betrekking tot de bepaling van personele voorzieningen, met name blijfkans van medewerkers, geschatte duur van uitkeringen, herstelkansen bij ziekte en indexatie;
  • vaststellen afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa.

Voor effecten van eventuele schattingswijzigingen in het huidige boekjaar is dit opgenomen in de toelichting bij de betreffende jaarrekeningpost.

 

Financiële instrumenten

 

Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: leningen en financieringsverplichtingen, handels- en overige vorderingen, handelsschulden en overige te betalen posten, en afgeleide financiële instrumenten.

Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuele rechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan.

Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.

Financiële instrumenten worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

Er is geen sprake van in contracten besloten financiële instrumenten.

De vervolgwaardering van de financiële instrumenten zijn in het vervolg van deze grondslagen beschreven.

 

Vorderingen

Vorderingen en overlopende activa worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De effectieve rente en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen worden direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Aan- en verkopen van financiële activa die tot de categorie verstrekte leningen en overige vorderingen behoren, worden verantwoord op de transactiedatum.


Langlopende en kortlopende schulden

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De effectieve rente wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.


Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder meerjarige (OCW-)subsidies met bestedingsverplichtingen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van (meerjarige) (OCW-)subsidies met bestedingsverplichtingen wordt het nog-niet-bestede gedeelte op deze post aangehouden op de balans. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. (Meerjarige) (OCW)-subsidies zonder bestedingsverplichting worden direct ten gunste van het resultaat gebracht in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, met uitzondering van subsidies voor een schooljaar die naar rato van het schooljaar worden besteed.

 

Bijzondere waardeverminderingen financiële activa

Financiële activa die niet individueel onderhevig zijn gebleken aan bijzondere waardevermindering worden collectief beoordeeld of deze onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering, dit door samenvoeging van vorderingen met vergelijkbare risicokenmerken. Bij de beoordeling van de collectieve waardevermindering gebruikt de stichting historische trends met betrekking tot de waarschijnlijkheid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen. De uitkomsten worden bijgesteld als de leiding van de stichting van oordeel is dat de huidige economische en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger dan wel lager zullen zijn dan historische trends suggereren.

De boekwaarde van vorderingen wordt verminderd met de voorziening voor dubieuze debiteuren. Vorderingen die niet incasseerbaar zijn, worden afgeboekt van de voorziening. Andere toevoegingen en onttrekkingen aan de voorziening worden in de staat van baten en lasten verantwoord.


Saldering van financiële instrumenten

Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als de stichting beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen en de stichting het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen.

Als sprake is van een overdracht van een financieel actief dat niet voor verwijdering uit de balans in aanmerking komt, worden het overgedragen actief en de daarmee samenhangende verplichting niet gesaldeerd.

Immateriële vaste activa

 

Immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen die dat actief in zich bergt, zullen toekomen aan de onderneming en de kosten van dat actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

De immateriëlevaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.

De grondslagen voor de vaststelling en verwerking van bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen onder het kopje Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa.


Ontwikkelingskosten

Onder de ontwikkelingskosten worden kosten geactiveerd van extern ontwikkelde software. De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur van 4 jaar.

Materiële vaste activa

 

Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de entiteit en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte gebruiksduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs (lineaire methode), rekening houdend met eventuele restwaarde. Afschrijving vindt plaats vanaf het moment van ingebruikname en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of bij afstoting.

De aangewende investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de materiële vaste activa.

Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.


Gebouwen en terreinen

De schoolgebouwen zijn eigendom van de gemeentes. De geactiveerde bedragen onder ‘Gebouwen en terreinen’ betreffen verbouwingen die hebben plaatsgevonden voor eigen rekening van de stichting. De volgende afschrijvingstermijnen worden hiervoor gehanteerd:

Nieuwbouw : 30 jaar

Verbouw : 20 jaar

Gedurende het jaar wordt getoetst of zich zodanige wijzigingen hebben voorgedaan in schattingen en veronderstellingen van activa dat een aanpassing van de gebruiksduur noodzakelijk is.

Vanwege de onbeperkte gebruiksduur wordt op terreinen niet afgeschreven.

Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de voorziening groot onderhoud aan de passiefzijde van de balans. Zie voor de grondslag hieromtrent de toelichting bij het kopje voorzieningen.


Inventaris en apparatuur/andere vaste bedrijfsmiddelen

De afschrijvingstermijn wordt gebaseerd op de geschatte economische levensduur. Op grond hiervan zijn de volgende afschrijvingstermijnen vastgesteld:

  • ICT-middelen: 4 jaar
  • Apparatuur: 7 jaar
  • Inventaris: 15 jaar
  • Schepen: 7 - 20 jaar
  • Transportmiddelen: 7 jaar


In uitvoering en vooruitbetalingen

De vooruitbetalingen in uitvoering worden opgenomen tegen vervaardigingskosten. Na afronding van de projecten worden de gelden van de overheid die ter financiering zijn ontvangen, op de investeringsuitgaven op het betreffende project in mindering gebracht. Op deze categorie wordt niet afgeschreven.


Vervreemding van vaste activa

Voor verkoop beschikbare vaste activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

 

Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroom­genererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restantverlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden.

Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroom-genererende eenheid) geschat.

Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of de kasstroom-genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of de kasstroom-genererende eenheid) zou zijn verantwoord.

Liquide middelen

 

Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien liquide middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering.


Eigen vermogen

 

Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves, bestemmingsreserves en wettelijke reserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De algemene reserve geldt ter waarborging van de continuïteit van de totale Dunamare Onderwijsgroep op de langere termijn.

De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperkte bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht.


Bestemmingsreserve Langenfonds

Deze gelden zijn bestemd voor financiële ondersteuning van leerlingen van het Spaarne College (leerlingen van het Sterren College die per augustus 2020 zijn opgegaan in het Spaarne College) indien zij niet in staat zijn om zelf leermiddelen aan te schaffen en/of deel te nemen aan specifieke schoolactiviteiten. Het bestuur heeft deze beperking in het verleden aangebracht. In 2021 is deze beperking door het bestuur opgeheven middels de resultaatbestemming.


Bestemmingsreserve Nationaal Programma Onderwijs

In de periode van het Nationaal Programma Onderwijs, voor het eerst in 2021, zijn er gelden ontvangen inzake het Nationaal Programma Onderwijs. Deze ontvangen gelden zijn volledig in de baten van het boekjaar genomen conform de Handreiking verantwoording Nationaal Programma Onderwijs. De niet in het boekjaar bestede middelen zijn toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze gelden uit de bestemmingsreserve worden ingezet conform de doelstelling van het Nationaal Programma Onderwijs. Het bestuur heeft deze beperking aangebracht.


Wettelijke reserve

Een wettelijke reserve voor geactiveerde ontwikkelingskosten is verplicht op basis van artikel 2:373 lid 4 BW. Investeringen in ontwikkelingskosten onder de immateriële activa zijn in deze reserve opgenomen als afzonderlijk component van het eigen vermogen. Deze wettelijke reserve muteert ter hoogte van de mutaties in de boekwaarde van de geactiveerde ontwikkelingskosten als gevolg van (des)investeringen en afschrijvingen daarop.

Voorzieningen


Algemeen

Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen en voorziening groot onderhoud gepresenteerd.

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.

Tenzij anders vermeld worden voorzieningen tegen contante waarde opgenomen.


Personele voorzieningen


Voorziening ADV Spaarverlof

Deze voorziening is gevormd om verplichtingen op te vangen van opgebouwd recht op spaarverlof. De voorziening wordt gewaardeerd tegen het totaal aantal gespaarde uren spaarverlof maal een gemiddeld uurtarief per functiecategorie. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. De actuele marktrente is ultimo 2021 negatief. We hanteren derhalve een discontering van 0% in de berekening van de voorziening. Gelet op de huidige renteontwikkeling heeft dit geen financieel effect ultimo boekjaar 2021.


Voorziening langdurig zieken

Een voorziening langdurig zieken wordt gevormd indien op balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de werknemer is door ziekte of arbeidsongeschiktheid naar verwachting gedurende het resterende dienstverband geheel of gedeeltelijk niet in staat om werkzaamheden te verrichten;
  • deze ziekte of arbeidsongeschiktheid zal naar verwachting gedurende het resterende dienstverband niet worden opgeheven;
  • de werkgever heeft de verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan de betreffende werknemer en deze betalingen komen direct voor rekening van de werkgever. Hierbij wordt rekening gehouden met revalidatiekansen.

De voorziening wordt bepaald op basis van de groep medewerkers die per balansdatum langer dan 3 maanden ziek is. Hiervoor is ingeschat wat de verwachte herstelkans gedurende het resterende dienstverband is. De berekening is gebaseerd op de nominale waarde van de geschatte loondoorbetalingsperiode, rekening houdend met het ziektepercentage, de verwachte herstelkans, het salaris en eventuele kortingen die op basis van de cao na een bepaalde ziekteperiode worden toegepast. Vanwege de geringe looptijd van deze voorziening is het effect van tijdswaarde niet materieel en is deze voorziening op nominale waarde gewaardeerd.

 

Voorziening jubilea

De voorziening jubilea betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. Medewerkers hebben recht op een jubileumuitkering bij een dienstverband van 25 en 40 jaar.

De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op de contante waarde van de gedane toezeggingen, rekening houdend met de blijfkansen, opgebouwde diensttijden in het onderwijs, leeftijd, verwachte pensioendatum, het huidige salaris en de verwachte toekomstige salarisontwikkelingen. De actuele marktrente is negatief ultimo 2021. We hanteren derhalve een discontering van 0% in de berekening van de voorziening.


Voorziening WW/WOVO

Ten aanzien van voormalig medewerkers die een uitkering van het UWV ontvangen op grond van de wachtgeldregeling (WW) en/of bovenwettelijke regelingen (WOVO), komen de kosten van deze uitkeringen voor 25% voor eigen rekening van de instelling. Voor de toekomstige verplichtingen die hieruit volgen voor de instelling is een voorziening opgenomen in de balans. De voorziening is gebaseerd op het aantal deelnemers aan de regeling, de bestaande uitkeringsrechten/-verplichtingen, en de verwachte duur van de uitkering. Vanwege de geringe looptijd van deze voorziening is het effect van tijdswaarde niet materieel en is deze voorziening op nominale waarde gewaardeerd.


Voorziening recuperatieverlof

Ingevolge de cao vo en de cao po hebben de meeste medewerkers jaarlijks recht op een persoonlijk verlofbudget dat zij kunnen besteden in het kader van levensfasebewust personeelsbeleid (vo) en duurzame inzetbaarheid (po). De betreffende saldi kunnen ook worden gespaard, zodat na enkele jaren een totaalsaldo als verlof kan worden opgenomen. Bij opname van dit verlof zal mogelijk vervanging moeten worden geregeld. Na inventarisatie van de door medewerkers gemaakte keuzes, is hiervoor een voorziening gevormd. Waardering vindt plaats op basis van de gespaarde uren maal het geldende uurtarief van de medewerkers.

De uren ouder dan 4 jaar worden gefixeerd tegen het dan geldende uurtarief. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. De actuele marktrente is ultimo 2021 negatief. We hanteren derhalve een discontering van 0% in de berekening van de voorziening. Gelet op de huidige renteontwikkeling heeft dit geen financieel effect ultimo boekjaar 2021.


Voorziening WAB

Op 1 januari 2020 is de nieuwe Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in werking getreden ter vervanging van de Wet werk en zekerheid (WWZ). Dit houdt in dat bij tijdelijke contracten waarbij het bij het aangaan van het contract zeer waarschijnlijk is dat het contract niet zal worden verlengd, er een transitievergoeding dient te worden uitbetaald aan de medewerker. De voorziening wordt gevormd middels de nieuwe berekening van de transitievergoeding op medewerkersniveau maal het kanspercentage dat een medewerker geen verlenging krijgt. Vanwege de geringe looptijd van deze voorziening (maximaal één tot twee jaar) is het effect van tijdswaarde niet materieel en is deze voorziening op nominale waarde gewaardeerd.


Voorziening zwangerschapsverlof

Op basis van de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 6 november 2020 (20/01531) is bepaald dat zwangerschapsverlof welke tijdens schoolvakanties wordt genoten door medewerkers in de categorieën OP en directie gecompenseerd dient te worden. Compensatie tijdens de zomervakantie werd door Dunamare al gegeven, maar bij de overige vakanties niet. Daarmee is er sprake van een verplichting voor Dunamare. Er is nog onduidelijk wanneer het moment van afwikkeling van deze verplichting is en daarmee is er nog geen sprake is van een daadwerkelijke schuld.
In 2020 is derhalve een voorziening opgenomen voor compensatie van deze uren voor de betrokken medewerkers voor een periode van vijf jaar terug. De voorziening is gebaseerd op het aantal te compenseren uren per medewerker in de aangegeven periode tegen het uurtarief van de medewerker. De voorziening is gewaardeerd tegen de nominale waarde gezien de naar alle waarschijnlijkheid korte looptijd van deze voorziening per medewerker.

 

Voorziening generatieregeling

De voorziening Generatieregeling is in 2021 gevormd om verplichtingen op te vangen voor medewerkers die deelnemen aan de Generatieregeling van Dunamare. De Generatieregeling biedt de mogelijkheid voor medewerkers van 60 jaar en ouder om minder te werken met behoud van salaris met een eigen bijdrage van 75% daarin van de werknemer. De voorziening wordt jaarlijks bepaald door van de deelnemende medewerkers, de kosten aan werkgeversbijdrage (25%) te berekenen van het nog resterende aantal maanden tot aan pensioenleeftijd. Deze bijdrage is inclusief werkgeverslasten en indexatie. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. De actuele marktrente is ultimo 2021 negatief. We hanteren derhalve een discontering van 0% in de berekening van de voorziening. Gelet op de huidige renteontwikkeling is er geen financieel effect ultimo boekjaar 2021 inzake rentemutaties.


Voorziening groot onderhoud

Deze voorziening houdt verband met de verwachte kosten voor toekomstig groot onderhoud aan de panden, schepen en installaties voor zover de kosten hiervan voor rekening van de instelling komen. De voorziening wordt gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.

De uitgaven van groot onderhoud worden verwerkt ten laste van de onderhoudsvoorziening voor zover deze is gevormd voor de beoogde kosten. Indien de kosten van groot onderhoud uitgaan boven de boekwaarde van de voor het desbetreffende actief aangehouden voorziening, worden de (meer)kosten verwerkt ten laste van de staat van baten en lasten.

Het geschatte bedrag aan onderhoud is gebaseerd op het extern opgestelde MJOP, dat is opgesteld na een conditiemeting van de gebouwen. Iedere 5 jaar vindt er een conditiemeting plaats van de gebouwen en wordt het MJOP vervolgens geactualiseerd. In 2020 heeft er een nieuwe conditiemeting plaatsgevonden welke in 2021 is geactualiseerd en de basis vormt voor het MJOP. De horizon van het MJOP is 40 jaar. Het MJOP is opgesteld voor alle schoolgebouwen en op componentenniveau. De toekomstige dotaties zijn gebaseerd op de meerjarig gemiddelde lasten.

De gehanteerde methode is in lijn met de voor de boekjaren 2018 tot en met 2022 tijdelijk toegestane verwerkingswijze zoals gepubliceerd in de wijziging van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs d.d. 30 januari 2020 (Stcrt. 2020, 5437) en de wijziging d.d. 19 februari 2021 (Stct. 2021, 8976).

Rijksbijdragen

 

Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor de personele en materiële exploitatie opgenomen verstrekt door het ministerie OCW. De ontvangen (normatieve) rijksbijdragen uit hoofde van de basisbekostiging (lumpsum) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft (in het jaar van toewijzing) volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten.

Niet-geoormerkte OCW-subsidies (subsidies die volledig vrij besteedbaar zijn) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (G1-doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekening-clausule heeft) worden naar rato van de voortgang (%) van de gesubsidieerde activiteiten verwerkt in de staat van baten en lasten. De subsidies waarvoor nog niet (alle) activiteiten (prestaties) zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de vooruitontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen.

Geoormerkte OCW-subsidies (G2-doelsubsidies met verrekening-clausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de werkelijke subsidiabele lasten komen (naar rato van de aan het verslagjaar toe te rekenen werkelijke subsidiabele uitgaven). Niet bestede middelen worden verantwoord onder de vooruitontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord als schuld aan het ministerie van OCW onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn (subsidietijdvak) is verlopen op balansdatum (terugvordering door OCW).

De doorbetaalde rijksbijdragen vanuit samenwerkingsverbanden worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar van toewijzing, tenzij toerekening naar schooljaar plaatsvindt (in plaats van per kalenderjaar) of tenzij sprake is van een concreet bestedingsplan voor de periode na balansdatum.

Overheidsbijdragen en -subsidies

 

Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. De vooruit ontvangen bedragen (zowel kort- als langlopend) worden onder de overlopende passiva opgenomen.

Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief.

 


Overige baten

 

Overige baten bestaan uit baten uit verhuur, ouderbijdragen, detacheringen, projectgelden en overige baten. Huuropbrengsten van sportzalen/lokalen worden lineair in de staat van baten en lasten opgenomen gedurende de looptijd van de huurovereenkomst.

De ouderbijdragen worden evenredig toegerekend aan het schooljaar (voor deze jaarrekening 7/12-deel van schooljaar 2020-2021 en 5/12-deel van schooljaar 2021-2022).

Overige baten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

Personeelsbeloningen

 

De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting.

Voor de beloningen met opbouw van rechten, sabbatical leave, bonussen worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van bonusbetalingen wordt verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uit levensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijn verschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht.

Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen.

De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (cao en individuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht.


Pensioenen

Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies.

De stichting heeft een toegezegde pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte en contractuele basis premies betaald aan de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs.

Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 110%, vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn.

Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

De beleidsdekkingsgraad van het ABP-pensioenfonds bedraagt per 31 december 2021: 110,2% (2020: 93,2%).

Dunamare Onderwijsgroep heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Dunamare heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.


Ontslagvergoedingen

Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van het dienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de instelling zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als het ontslag onderdeel is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in een reorganisatievoorziening.

Ontslagvergoedingen worden gewaardeerd met inachtneming van de aard van de vergoeding. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedra­gen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.

Leasing

 

De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele lease. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Classificatie van de lease vindt plaats op het tijdstip van het aangaan van de betreffende leaseovereenkomst.


Operationele lease

Als de stichting optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de staat van baten en lasten gebracht.


Financial lease

Dunamare Onderwijsgroep heeft geen financialleaseverplichtingen.

 


Rentebaten en soortgelijke opbrengsten en rentelasten en soortgelijke kosten

 

Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren.

Agio, disagio en aflossingspremies worden verantwoord als rentelast in de periode waartoe zij behoren. De toerekening van deze rentelast en de rentevergoeding over de lening is de effectieve rente die in de staat van baten en lasten wordt verwerkt. In de balans is (per saldo) de amortisatiewaarde van de schuld(en) verwerkt. De nog niet in de staat van baten en lasten verwerkte bedragen van het agio en de al in de staat van baten en lasten verwerkte aflossingspremies worden verwerkt als verhoging van de schuld(en) waarop ze betrekking hebben. De nog niet in de staat van baten en lasten verwerkte bedragen van het disagio worden verwerkt als verlaging van de schuld(en) waarop ze betrekking hebben.

Bepaling reële waarde

 

De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.

De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.


Verbonden partijen

 

Transacties met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Van deze transacties wordt de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht toegelicht.


Gebeurtenissen na balansdatum

 

Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.

Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening.


Kasstroomoverzicht

 

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het saldo van baten en lasten aangepast voor posten van de staat van baten en lasten die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de posten van het werkkapitaal en posten van de staat van baten en lasten waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten.

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.

De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde rente (opgenomen onder operationele activiteiten).

Toelichting op de balans per 31 december 2021

1.1 Immateriële vaste activa

De mutaties in de immateriële vaste activa zijn in het volgende schema samengevat:

In euro's Ontwikkelingskosten
Stand per 1 januari 2021
Aanschafprijs 367.342
Afschrijving cumulatief -193.628
Boekwaarde 173.714
Mutaties
Investeringen 105.812
Aanschafwaarde desinvesteringen -36.300
Afschrijvingen -69.309
Cumulatieve afschrijving desinvesteringen 7.563
Saldo 7.766
Stand per 31 december 2021
Aanschafprijs 436.854
Afschrijving cumulatief -255.374
Boekwaarde 181.480

Dit betreft externe ontwikkeling van software.

1.2 Materiële vaste activa

De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven:

in euro's Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfs- middelen In uitvoering en vooruit- betalingen Totaal
Stand per 1 januari 2021
Aanschafprijs 36.384.736 40.115.371 4.692.353 1.098.246 82.290.706
Afschrijving cumulatief -13.715.603 -27.075.707 -3.410.784 - -44.202.094
Boekwaarde 22.669.133 13.039.664 1.281.569 1.098.246 38.088.613
Mutaties
Investeringen 254.386 3.035.011 76.215 3.394.067 6.759.679
Ingebruikname activa in uitvoering 736.589 757.080 - -1.493.669 -
Aanschafwaarde desinvesteringen -104.038 -4.277.791 -4.752 - -4.386.581
Afschrijvingen -1.519.912 -3.297.630 -263.878 - -5.081.420
Cumulatieve afschrijving desinvesteringen 42.163 4.050.586 4.752 - 4.097.501
Saldo -590.812 267.256 -187.663 1.900.398 1.389.179
Stand per 31 december 2021
Aanschafprijs 37.271.673 39.629.671 4.763.816 2.998.644 84.663.804
Afschrijving cumulatief -15.193.352 -26.322.750 -3.669.911 - -45.186.013
Boekwaarde 22.078.321 13.306.921 1.093.905 2.998.644 39.477.791

De materiële vaste activa zijn in 2021 voornamelijk gemuteerd door investeringen in ICT onder inventaris en apparatuur. Daarnaast lopen er diverse huisvestingsprojecten die gezamenlijk zorgen voor een stijging van de activa in uitvoering en vooruitbetalingen, waaronder de nieuwbouw en verbouwing bij het Schoter.

1.5 Vorderingen

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Debiteuren 187.573 186.844
Overige overheden 20.185 200.415
Ouderbijdragen 384.019 385.998
Overige vorderingen 1.316.149 1.342.382
Overlopende activa 1.430.252 1.456.073
3.338.179 3.571.711

De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.

-

Debiteuren

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Handelsdebiteuren 187.573 186.844
Af: voorziening dubieuze debiteuren - -
187.573 186.844

In de vorderingen op handelsdebiteuren zijn geen bedragen begrepen met een looptijd langer dan 1 jaar. Alle overige vorderingen hebben een looptijd met naar verwachting korter dan 1 jaar.

-

Overige overheden

Overige overheden in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Vordering op gemeentes 20.185 200.415
20.185 200.415

De post vorderingen op overige overheden betreft vorderingen op gemeentes. Dit betreffen ultimo 2021 voornamelijk nog te ontvangen vorderingen in het kader van huisvestingsprojecten welke Dunamare Onderwijsgroep heeft voorgeschoten.

-

Overige vorderingen

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Nog te ontvangen bedragen 1.316.149 1.342.382
1.316.149 1.342.382

De nog te ontvangen bedragen liggen in lijn met 2020.

-

Overlopende activa

Overlopende Activa in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Vooruitbetaalde kosten 1.430.252 1.456.073
1.430.252 1.456.073

De vooruitbetaalde kosten zijn als volgt uit te splitsen:


-

Vooruitbetaalde kosten

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Licenties - 10.977
Werkweken 80.790 131.566
Overige vooruitbetaalde kosten 1.349.462 1.313.530
1.430.252 1.456.073

De daling in de vooruitbetaalde werkweken is het gevolg van de coronapandemie. Werkweken zijn nog minder vaak doorgegaan en dus ook niet vooruitbetaald door ouders, in tegenstelling tot ultimo 2020 waarbij er nog hoop was dat werkweken doorgang zouden vinden.

1.7 Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit onderstaande elementen:

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Kasmiddelen 25.622 26.983
Tegoeden op bankrekeningen 658.535 871.099
Rekening courant tegoed Schatkistbankieren 46.413.796 36.490.970
Overige liquide middelen 111.108 94.131
47.209.061 37.483.183

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de instelling per 31 december 2021. In het kasstroomoverzicht is de mutatie van de liquide middelen weergegeven ten opzichte van 2020. De overige liquide middelen betreffen de kruisposten ten aanzien van WisCollectgelden die al ter beschikking staan van Dunamare Onderwijsgroep. De stijging ultimo 2021 heeft met name betrekking op de eind 2021 ontvangen NPO-gelden die nog niet uitgegeven zijn.

2.1 Eigen vermogen

Het gehele eigen vermogen van de Dunamare Onderwijsgroep bestaat ultimo 2021 volledig uit publiek vermogen.

in euro's Stand per 01-01-2021 Resultaat Overige mutaties Stand per 31-12-2021
Algemene reserve
Algemene reserve 32.595.681 7.490.236 -5.538.679 34.547.238
Bestemmingsreserve (publiek)
Langenfonds 2.199 -2.199 -
Nationaal Programma Onderwijs - 5.533.112 5.533.112
2.199 5.533.112
Andere wettelijke reserves
Geactiveeerde ontwikkelingskosten 173.714 7.766 181.480
173.714 181.480
Totaal Eigen vermogen 32.771.594 7.490.236 - 40.261.830

Wettelijke reserve geactiveerde ontwikkelingskosten

Een wettelijke reserve voor geactiveerde ontwikkelingskosten is verplicht op basis van artikel 2:373 lid 4 BW. Investeringen in ontwikkelingskosten onder de immateriële activa zijn in deze reserve opgenomen als afzonderlijk component van het eigen vermogen. Deze wettelijke reserve muteert ter hoogte van de mutaties in de boekwaarde van de geactiveerde ontwikkelingskosten als gevolg van (des)investeringen en afschrijvingen daarop.

Bestemming saldo staat van baten en lasten

Voorstel tot resultaatbestemming. Het resultaat over 2021 is met goedkeuring van de Raad van Toezicht als volgt bestemd en reeds verwerkt in de jaarrekening:

in euro's
Toevoeging algemene reserve 7.490.236
Onttrekking algemene reserve -5.538.679
Toevoeging BR Nationaal programma Onderwijs 5.533.112
Onttrekking BR Langenfonds -2.199
Toevoeging WR ontwikkelingskosten 7.766
Nettoresultaat 7.490.236

Segmentatie

Het resultaat ad € 7.490.236 kan als volgt gesplitst worden tussen vo en po, conform onderstaande segmentatie:

in euro's VO2021 PO2021
Baten
Rijksbijdragen 3.1 150.814.476 10.716.432
Overige overheidsbijdragen en – subsidies 3.2 1.480.578 39.700
Overige baten 3.5 4.187.064 930.800
Totaal baten 156.482.118 11.686.931
Lasten
Personeelslasten 4.1 113.897.965 10.054.236
Afschrijvingen 4.2 4.806.902 264.271
Huisvestingslasten 4.3 11.388.251 562.650
Overige lasten 4.4 18.445.568 1.259.735
Totaal lasten 148.538.685 12.140.891
Saldo baten en lasten 7.943.432 -453.960
Financiële baten en lasten 5 764 -
Nettoresultaat 7.944.196 -453.960
Rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen - -
Totaalresultaat 7.944.196 -453.960
in euro's 2021
Resultaat VO 7.944.196
Resultaat PO -453.960
Resultaat staat van baten en lasten 2021 7.490.236

Het resultaat po 2021 bestaat uit het exploitatiesaldo van de scholen vallend onder de BRIN 18EC. Er resteren twee scholen onder de BRIN 18EC en daarmee segmentatie po.

2.2 Voorzieningen

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Personeelsvoorzieningen 9.587.846 8.982.510
Voorziening groot onderhoud 19.863.909 17.210.008
29.451.755 26.192.518

Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven:


-

Voorzieningen

in euro's Personeels- voorzieningen Voorziening groot onderhoud Totaal
Stand per 1 januari 2021 8.982.511 17.210.008 26.192.519
Dotaties 3.619.552 3.512.354 7.036.060
Ontrekkingen -2.602.136 -858.453 -3.776.824
Vrijval -412.080 - -
Rente mutaties (bij contante waarde) - - -
Stand per 31 december 2021 9.587.846 19.863.909 29.451.755
.
Kortlopend deel < 1 jaar 1.742.442 1.998.185 3.740.627
Langlopend deel > 1 jaar 7.845.404 17.865.724 25.711.128

-

Voorzieningen - Personeelsvoorzieningen

in euro's ADV spaarverlof Langdurig zieken WW/WOVO Recuperatie verlof Jubilea WAB Zwanger-schaps verlof Generatie-regeling Totaal
Stand per 1 januari 2021 423.636 1.043.496 484.089 4.748.473 1.601.650 404.755 276.411 - 8.982.511
Dotaties 9.840 1.061.097 130.028 2.118.568 129.131 -404.755 - 575.643 3.619.552
Ontrekkingen -99.058 -612.546 -114.715 -1.821.538 -81.628 376.614 -249.265 - -2.602.136
Vrijval - -387.292 -24.788 - - - - -412.080
Rente mutaties (bij contante waarde) - - - - - - - - -
Stand per 31 december 2021 334.418 1.104.754 474.615 5.045.503 1.649.153 376.614 27.146 575.643 9.587.846
< 1 jaar 14.340 991.779 102.849 pm 109.097 375.523 pm 148.854 1.742.442
> 1 jaar 320.078 112.975 371.766 pm 1.540.056 1.091 pm 426.789 2.772.755

Gezien het karakter van de voorzieningen Recuperatieverlof en Zwangerschapsverlof is er geen goede inschatting te maken inzake de resterende looptijden, met name voor het deel langer dan 1 jaar. In het verloopoverzicht zijn deze derhalve als pro memorie (pm) opgenomen.

De stijging van de voorzieningen is met name het gevolg van de opname van de voorziening generatieregeling in 2021 voor 575.000 euro.

-

Voorzieningen - Voorziening groot onderhoud

in euro's Voorziening groot onderhoud
Stand per 1 januari 2021 17.210.008
Dotaties 3.512.354
Ontrekkingen -858.453
Vrijval -
Rente mutaties (bij contante waarde) -
Stand per 31 december 2021 19.863.909
Kortlopend deel < 1 jaar 1.998.185
Langlopend deel > 1 jaar 17.865.724

De dotaties in de voorziening groot onderhoud zijn gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Iedere 5 jaar vindt er een nieuwe conditiemeting van de gebouwen plaats, waarbij het MJOP vervolgens geactualiseerd wordt. In 2020 heeft deze actualisatie plaatsgevonden.

In 2020 en 2021 is de jaarlijkse dotatie verhoogd met € 1.033.000 om de voorzieningen groot onderhoud op schoolniveau op het juiste niveau te brengen conform het meest actuele MJOP.

De onttrekkingen zijn in 2021 achtergebleven op begroting als gevolg van de coronapandemie waardoor er geen werkzaamheden konden worden uitgevoerd en onderhoud is uitgesteld. Mede hierdoor is de voorziening groot onderhoud hoger dan voorgaand boekjaar.

2.4 Overige overlopende passiva

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Crediteuren 2.701.487 2.045.060
Belastingen en premies sociale verzekeringen 5.319.341 5.097.220
Schulden ter zake van pensioenen 1.679.356 1.496.289
Overige kortlopende schulden 104.530 216.353
Vooruitontvangen geoormerkte subsidies OCW (G2) 1.345.841 982.439
Vooruitontvangen niet geoormerkte- en geoormerkte subsidies OCW (G1) 864.864 1.594.199
Vooruitontvangen investeringssubsidies 900.842 1.294.673
Vakantiegeld en -dagen 3.987.683 3.868.487
Overige overlopende passiva 3.588.984 3.758.388
20.492.927 20.353.108

De kortlopende schulden hebben allen een resterende looptijd van korter dan een jaar.

De boekwaarde van de opgenomen kortlopende schulden benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de schulden.

-

Schulden ter zaken van belastingen en premies sociale verzekeringen

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Loonheffing 5.245.242 5.009.491
Omzetbelasting 74.099 87.729
5.319.341 5.097.220

Schulden ter zake van pensioenen

Dit betreft voornamelijk de nog af te dragen premies aan het pensioenfonds ABP.


Overige kortlopende schulden

Dit betreft een aantal gereserveerde bedragen voor o.a. personeelsfonds en leerlingenverenigingen.


Vooruit ontvangen geoormerkte subsidies OCW (G2)

Deze post bestaat uit de vooruitontvangen gelden inzake Sterk Techniek Onderwijs en pilot praktijkgericht programma voor gl en tl, zie ook model G2.


Vooruit ontvangen niet-geoormerkte- en overige subsidies OCW (G1)

Deze post bestaat voornamelijk uit ontvangen, nog te besteden gelden inzake Regionale aanpak personeelstekort onderwijs, H2O opleidingsschool, studieverlof en zijinstroom. Deze gelden hebben betrekking op het schooljaar 2021-2022, waarbij 7/12-deel wordt toegerekend aan 2022, of geheel op kalenderjaar 2021 en verder.


Vooruit ontvangen investeringssubsidies

Dit betreft een subsidie van de gemeente inzake vervangende nieuwbouw voor Hoofdvaart/Praktijkschool De Linie.


Vakantiegeld en -dagen

Deze post bestaat uit de reeds opgebouwde rechten voor vakantiegeld voor medewerkers van Dunamare. Het vakantiegeld wordt in mei 2022 uitbetaald. Er is geen reservering voor de vakantiedagen opgenomen, aangezien niet-onderwijsgevend personeel ook zo veel mogelijk de schoolvakanties volgt.


Overige overlopende passiva

De overige overlopende passiva bestaan grotendeels uit in 2021 aangegane verplichtingen, waarvan de betaling in kalenderjaar 2022 zal plaatsvinden en uit baten, die in kalenderjaar 2022 moeten worden verantwoord, waarvan de ontvangst in 2021 is opgenomen. Zie hieronder de verdere toelichting.

-

Overige overlopende passiva

in euro's 31-12-2021 31-12-2020
Vooruitontvangen ouderbijdragen incl. werkweken 1.538.933 1.484.178
Subsidies samenwerkingsverbanden 804.739 961.043
Nog te betalen kosten 453.503 590.900
Overige passiva 791.808 722.267
3.588.984 3.758.388

De vooruitontvangen ouderbijdragen hebben betrekking op de reeds ontvangen ouderbijdragen voor schooljaar 2021/2022. De ouderbijdragen worden evenredig toegerekend aan het schooljaar (voor deze jaarrekening 7/12-deel van schooljaar 2020/2021 en 5/12-deel van schooljaar 2021/2022). De stijging ten opzichte van voorgaand boekjaar is het gevolg van volledige facturatie via WisCollect.

De subsidies samenwerkingsverband hebben betrekking op subsidies vanuit samenwerkingsverbanden waarbij de toerekening naar één of meerdere schooljaren plaatsvindt.

De post nog te betalen kosten daalt voornamelijk doordat er minder facturen in het nieuwe boekjaar zijn ontvangen welke nog wel betrekking hebben op 2021.

Overzicht geoormerkte subsidies OCW

G1

Subsidies waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt

Omschrijving Toewijzing
De activiteiten zijn ultimo verslagjaar
conform de subsidiebeschikking
geheel uitgevoerd en afgerond
Kenmerk Datum
Zij-instromers VO2017 7/243/39999 20-10-2017 N
Zij-instromers VO2017 7/263/39999 21-11-2017 N
Doorstroomprogramma po-vo DPOVO19046 22-08-2019 J
Zij-instromers PO2019 9/256-39992 26-09-2019 J
Zij-instromers VO2019 9/283/39993 12-11-2019 N
Zij-instromers VO2019 9/288/39990 12-11-2019 J
Regeling tegemoetkoming opleidingsscholen 2019 1013162-1 20-11-2019 J
Zij-instromers VO2019 9/281/39973 20-11-2019 J
Regionale Samenwerking Kansengelijkheid (hoort RSK002) GKO19028 27-11-2019 J
Zij- instromers VO2019 9/288/39991 19-12-2019 J
Regionale Aanpak Personeelstekort PO, VO & MBO RAP20060 28-02-2020 N
Zij-instromers VO2020 0/015/39996 20-03-2020 N
Zij-instromers VO2020 0/055/39997 20-03-2020 N
Zij-instromers VO2020 0/105/39997 22-06-2020 N
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP-41664-VO11 10-07-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP-41664-VO12 10-07-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP-41664-VO14 10-07-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP-41664-VO56 10-07-2020 J
Incidentele middelen leerlingendaling vo 2020 LVO20031 10-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-260907 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261875 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261958 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-262119 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-262378 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-262524 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-262891 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-263083 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-263391 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-264596 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-264632 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-311728 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-312182 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-260762 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-260837 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261288 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261336 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261343 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261377 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261435 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261594 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261716 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261745 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-261876 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-262921 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-263450 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-263631 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-263773 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-263906 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-264559 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-264561 23-07-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-264579 23-07-2020 J
Zij-instromers VO2020 0/248/39992 02-10-2020 J
Zij-instromers VO2020 0/259/39998 02-10-2020 N
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-PO46 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-PO48 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO08 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO12 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO13 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO17 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO27 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO32 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO52 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO56 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO57 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO58 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO62 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO67 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO72 16-10-2020 J
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP2-41664-VO88 16-10-2020 J
Zij-instromers VO2020 0/251/39997 27-10-2020 N
Zij-instromers VO2020 0/254/39980 27-10-2020 J
Doorstroomprogramma po-vo DPOVO20030 29-10-2020 J
Zij-instromers VO2020 0/282/39996 19-11-2020 J
Regeling tegemoetkoming opleidingsscholen 2020 1095216-1 20-11-2020 J
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2020-2021 ABLTINS-312181 20-11-2020 J
Extra Hulp voor de Klas EHK20096 25-03-2021 J
Extra Hulp voor de Klas EHK2004646 25-03-2021 J
Extra Hulp voor de Klas EHK2004648 25-03-2021 J
Extra Hulp voor de Klas EHK2013442 25-03-2021 J
Extra Hulp voor de Klas EHK2013456 25-03-2021 J
Extra Hulp voor de Klas EHK2013457 25-03-2021 J
Extra Hulp voor de Klas EHK2013458 25-03-2021 J
Extra Hulp voor de Klas EHK2013492 25-03-2021 J
Regeling internationalisering funderend onderwijs IFO210037 09-04-2021 J
Voorkomen onnodig Zittenblijven VOZ21053 21-05-2021 N
Voorkomen onnodig Zittenblijven VOZ21115 21-05-2021 N
Voorkomen onnodig Zittenblijven VOZ21145 21-05-2021 N
Inhaal- en ondersteuningsprogramma 2020-2021 IOP4-41661-VO72 09-06-2021 J
Lerarenbeurs- en studieverlof 2021-2022 ABLTINS-332944 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-333294 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-333429 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-333632 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334273 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334300 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334828 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-335648 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-337611 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en studieverlof 2021-2022 ABLTINS-338351 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-338377 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-338687 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-127567 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-333344 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-333427 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-333724 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334245 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334246 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334261 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334391 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-334750 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-335149 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-335183 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-335198 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-336527 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-336613 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-338262 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-338774 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTINS-340296 27-06-2021 N
Lerarenbeurs- en Studieverlof 2021-2022 ABLTNS-333156 27-06-2021 N
Doorstroomprogramma po-vo DPOVO21035 20-07-2021 N
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2105646 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2105648 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2113201 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2113208 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2113212 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2113214 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2113217 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2113272 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2113288 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2114342 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2114356 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2114357 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2114358 05-08-2021 J
Extra Hulp voor de Klas tweede tijdvak EHK2114392 05-08-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166408 09-11-2021 N
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166412 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166414 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166417 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166432 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166433 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166442 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166446 09-11-2021 N
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166448 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166452 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166456 09-11-2021 N
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166457 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166458 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166467 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166472 09-11-2021 N
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166488 09-11-2021 J
Subsidieregeling capaciteitentest 2021-2023 CAP21-4166492 09-11-2021 J
Regeling tegemoetkoming opleidingsscholen 2021-2022 1183869-3 22-11-2021 N
Aanvullende subs. Praktijkgericht Progr GL TL GLTL21R20003 09-12-2021 N

G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule

G2a

Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, aflopend per ultimo verslagjaar

Kenmerk Datum Bedrag van de toewijzing Ontvangen t/m vorig verslagjaar Totale subsidiabele kosten t/m vorig verslagjaar Saldo per 1 januari verslagjaar Ontvangen in verslagjaar Subsidiabele kosten in verslagjaar Te verrekenen per 31 december verslagjaar
€ - € - € - € - € - € - € -
Totaal € - € - € - € - € - € - € -

G2b

Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, doorlopend tot in een volgend verslagjaar

Kenmerk Datum Bedrag van de toewijzing Ontvangen t/m vorig verslagjaar Totale subsidiabele kosten t/m vorig verslagjaar Saldo per 1 januari verslagjaar Ontvangen in verslagjaar Subsidiabele kosten in verslagjaar Saldo per 31 december verslagjaar
STO19007 01-07-2019 € 6.906.096 € 1.866.511 € 1.398.851 € 467.660 € 1.898.976 € 1.903.485 € 463.151
STO19008 01-07-2019 € 5.395.866 € 1.458.341 € 1.071.675 € 386.666 € 1.483.707 € 1.141.661 € 728.712
GLTL20072 30-11-2020 € 158.300 € 63.320 € - € 63.320 € 44.324 € 43.492 € 64.152
GLTL20232 30-11-2020 € 161.982 € 64.793 € - € 64.793 € 45.355 € 20.321 € 89.827
Totaal € 12.622.244 € 3.452.964 € 2.470.526 € 982.439 € 3.472.362 € 3.108.959 € 1.345.841

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen


Bij de overgang van de declaratiebekostiging naar het baten-en-lastenstelsel is ook een overgang van het schooljaar naar het kalenderjaar ingevoerd. Dit heeft tot gevolg gehad dat een vordering is ontstaan op het ministerie van OCW voor de ultimo kalenderjaar bestaande schuld in verband met opgebouwde bruto vakantie-aanspraken en de verschuldigde afdracht loonheffing en pensioenpremies voor zover dit bedrag niet hoger is dan 7,5% van de personele bekostiging. Mocht de school ophouden te bestaan ontstaat nog een nabetaling van het ministerie van OCW van maximaal 7,5% van de personele bekostiging. Dit betreft een eeuwigdurende vordering en wordt gewaardeerd tegen contante waarde. Gezien het oneindige karakter van de vordering is deze op de balans op nihil gewaardeerd. De vordering op het ministerie van OCW zou per ultimo 2021 een waarde van € 6,8 miljoen bedragen.


Verhuur

In verband met de intensieve samenwerking met NOVA/mbo Maritiem Onderwijs in Harlingen is in 2007 besloten om een nieuw schoolgebouw te realiseren en dat gedeeltelijk te verhuren aan het ROC NOVA College.

Contractueel is vastgelegd dat het ROC NOVA College het gebouw voor een periode van 10 jaar huurt met een optie tot verlengen per 5 jaar. Het NOVA College betaalt een maandelijks vast huurbedrag.

Huur

Overzicht huurverplichtingen ultimo 2021 (inclusief BTW)

in euro's Jaarbedrag Resterende looptijd Verplichting Binnen 1 jaar Binnen 1-5 jaar
Huur pand BsB 168.000 1 jaar en 3 maanden 210.000 168.000 42.000
Huur Nova 720.000 1 jaar 804.000 804.000 -
Huur Konica 400.000 1 jaar en 9 maanden 700.000 400.000 300.000
Huur kluisjes 140.000 diverse (2025-2035) 1.260.000 140.000 700.000
2.974.000 1.512.000 1.042.000

Per 1 februari 2013 is er een nieuw huurcontract aangegaan aan de Diakenhuisweg te Haarlem. De huur bedraagt € 13.570/mnd. incl. btw, servicekosten en parkeerplaatsen, en wordt jaarlijks geïndexeerd. Het jaarbedrag is € 168.000, de resterende looptijd is 1 jaar en 3 maanden, de totale verplichting is daarmee € 210.000. Er is een bankgarantie voor de huur afgegeven van € 40.572 (1 kwartaal huur inclusief btw).

Dunamare Onderwijsgroep heeft in 2005 een huurovereenkomst met het Nova College gesloten voor de huisvesting voor de leerlingen van het Hoofdvaart College. Het huurcontract loopt tot en met 31 december 2014. Met het verstrijken van deze periode is de overeenkomst voortgezet voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van een jaar. Dunamare betaalt per kwartaal € 201.000. Dunamare ontvangt van de gemeente Haarlemmermeer een volledige vergoeding voor deze huurkosten met aftrek van circa € 30.000. Deze aftrek bestaat uit de rijksvergoeding materiële instandhouding van de gebouwen.

Daarnaast heeft Dunamare Onderwijsgroep in 2018 een nieuw huurcontract afgesloten inzake de huur van multi-functionals bij Konica, met een looptijd tot 30 september 2023.


Verder heeft Dunamare nog contracten lopen inzake huur van kluisjes die Dunamare verhuurt aan de leerlingen. Het betreft contracten voor 7 scholen. In totaal bedraagt dit circa € 140.000 op jaarbasis.


Leaseverplichtingen

Dunamare heeft in totaal drie leaseauto’s beschikbaar gesteld aan personeelsleden. De leasebetalingen worden lineair over de leaseperiode in de staat van baten en lasten verwerkt. De resterende looptijd kan als volgt worden gespecificeerd:


Leaseverplichtingen

Overzicht leaseverplichtingen ultimo 2021 (inclusief BTW)

in euro's
Contract Jaarbedrag Resterende looptijd Verplichting Binnen 1 jaar Binnen 1- 5 jaar
Contract 1 15.100 46 maanden 58.000 15.100 42.900
Contract 2 11.800 38 maanden 37.300 11.800 25.500
Contract 3 4.900 6 maanden 4.900 4.900 -
Totaal 100.200 31.800 68.400

Inkoopverplichtingen

Dunamare Onderwijsgroep sluit centraal voor diverse producten en diensten contracten af. Het betreft producten die wij conform de Aanbestedingswet 2012 Europees moeten aanbesteden.

De scholen sluiten zelf de contracten af die niet onder de Aanbestedingswet 2012 vallen en daarmee zijn de scholen zelf verantwoordelijk voor deze contracten. De scholen moeten deze contracten conform het vastgestelde Inkoopbeleid van Dunamare Onderwijsgroep afsluiten.

Onderstaand overzicht geeft de onderdelen weer waarvoor Dunamare Onderwijsgroep langlopende overeenkomsten heeft afgesloten.


Inkoopverplichtingen

Onderdeel Begindatum Einddatum Looptijd in maanden Resterende looptijd in maanden Contractwaarde per jaar (incl. BTW) in euro's
Salarisverwerkingspakket 24-03-2016 24-03-2022 72 3 80.000
ICT Hardware 01-07-2020 30-06-2022 24 6 920.000
Communicatiesystemen 07-07-2015 07-07-2022 84 7 190.000
Afval 01-09-2017 31-08-2022 60 8 140.000
Netwerkbeheer 30-06-2021 31-12-2022 18 12 170.000
Schoonmaak 01-01-2020 31-12-2022 36 12 2.340.000
Cloudbeheer 01-07-2020 30-06-2023 36 18 270.000
Mobiele telefonie 01-07-2020 01-07-2023 36 18 80.000
Accountant 19-08-2020 19-08-2023 36 20 90.750
Energie - gas 01-01-2018 31-12-2024 84 36 970.000
Energie - elektriciteit 01-01-2018 31-12-2024 84 36 540.000
Schoolboeken 15-02-2021 31-07-2025 53 43 2.940.000
Totaal 8.730.750

Financiële instrumenten

 

Algemeen

De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstelt aan markt-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico. De stichting is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico’s. Ook heeft de stichting geen beleggingen en loopt zij derhalve ook geen prijsrisico’s hierop.

Om deze risico’s te beheersen, heeft de instelling een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de onderneming te beperken. De instelling zet afgeleide financiële instrumenten uitsluitend in om renterisico’s te beheersen.

 

Kredietrisico

De entiteit loopt kredietrisico over handels- en overige vorderingen en liquide middelen. Het maximale kredietrisico dat de entiteit loopt bedraagt € 49,1 miljoen, bestaande uit Vorderingen exclusief vooruitbetaalde kosten (€ 1,9 miljoen) en Liquide Middelen (€ 47,2 miljoen). Het kredietrisico op liquide middelen wordt beperkt geacht.

Het kredietrisico op vorderingen is geconcentreerd bij meerdere tegen­partijen (of economisch verbonden tegenpartijen) voor een totaalbedrag van € 2,9 miljoen. Dit is exclusief te ontvangen ouderbijdrages. De hoogste vordering bedraagt € 1 miljoen (ESF-gelden via gemeente). Met deze tegenpartijen bestaat een lange relatie; zij hebben altijd aan hun betalingsverplichtingen voldaan.

De vorderingen exclusief vooruitbetaalde kosten van € 1,9 miljoen bestaan voornamelijk uit debiteuren en vorderingen op overige overheden. De kredietkwaliteit van de vorderingen kan als volgt worden weergegeven:

2021: € 1,9 mln

2020: € 2,1 mln

Tegenpartij (relatie langer dan 6 maanden) zonder kredietverliezen in het verleden

De instelling heeft in het boekjaar geen bijzondere waardeverminderingen verwerkt op vorderingen (2020: idem).

 

Mitigerende aspecten

De liquide middelen worden per maart 2020 middels Schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën aangehouden. Daarbij is er sprake van een zeer beperkt kredietrisico.

De restant liquide middelen zijn bij een Nederlandse systeembank geplaatst. Deze bank kent een long term rating van A+ op basis van S&P ultimo 2021 voor de langetermijnmarkt. Het bestuur acht het kredietrisico hierover aanvaardbaar.

 

Renterisico en kasstroomrisico

De entiteit loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden. Voor vorderingen en schulden met variabel rentende renteafspraken loopt de entiteit risico ten aanzien van toekomstige kasstromen en met betrekking tot vastrentende leningen reële waarde risico. Dit risico is echter beperkt aangezien er geen langlopende schulden ultimo 2021 zijn met een variabele rente. Tevens staan geen afgeleide instrumenten meer uit per ultimo 2021.

 

Liquiditeitsrisico

De entiteit bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeits­begrotingen. Het College van Bestuur ziet erop toe dat voor de instelling steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om aan de verplichtingen te voldoen.

 

Mitigerende maatregelen

De instelling ziet erop toe dat er voldoende opvraagbare tegoeden zijn om gedurende een periode van 60 dagen de verwachte operationele kosten te dekken, inclusief het voldoen aan de financiële verplichtingen. Hierin is geen rekening gehouden met het eventuele effect van extreme omstandigheden die redelijkerwijs niet kunnen worden voorspeld, zoals natuurrampen.

 

Reële waarde

De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.

Toelichting op de staat van baten en lasten

3.1 Rijksbijdragen

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Rijksbijdragen OCW 126.760.842 123.648.230 111.787.997
Overige subsidies OCW 18.252.713 21.077.646 17.280.805
Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 16.517.353 5.594.166 15.898.023
Rijksbijdragen 161.530.907 150.320.042 144.966.824
Geoormerkte subsidies 3.450.754 3.485.561 2.554.999
Niet-geoormerkte subsidies 14.801.959 17.592.085 14.725.806
Overige subsidies OCW 18.252.713 21.077.646 17.280.805
161.530.907 150.320.042 144.966.824

De rijksbijdragen zijn € 16 miljoen hoger dan over 2020 en de afwijkingen bestaan uit:

  • hogere baten Rijksbijdragen OCW door verplichte volledige opname van de NPO-gelden in de baten 2021;
  • hogere baten uit overige subsidies OCW (geoormerkt en niet-geoormerkt) door onder andere hogere baten van sterk techniek onderwijs (project loopt steeds beter sinds de start in 2020), pilot praktijkgericht programma voor gl en tl (eerste baten in 2021, geen in 2020) en overige subsidies.

De hogere realisatie ten opzichte van de begroting ontstaat doordat tijdens het opstellen van de schooljaarbegrotingen 2020/2021 en 2021/2022 niet alle effecten van de lumpsum bekend waren. Daarnaast zijn schoolleiders voorzichtig geweest met het begroten van subsidies en inkomsten uit samenwerkingsverbanden waarover nog geen definitieve vaststelling had plaatsgevonden. Ook de verplichte volledige opname van de NPO-gelden in de baten 2021 was niet begroot.

3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Overige overheidsbijdragen 9.630 - 5.000
Gemeentelijke bijdragen en subsidies 1.510.648 1.499.294 1.426.225
Totaal Overige overheidsbijdragen en -subsidies 1.520.278 1.499.294 1.431.225

In de overige overheidsbijdragen en - subsidies zijn de bijdragen vanuit de gemeenten verantwoord; deze vergoedingen hebben met name betrekking op WOZ-heffingen en huurkosten.

De realisatie van de overige overheidsbijdragen en subsidies ligt in lijn met de begroting 2021 en de realisatie over 2020.

3.5 Overige baten

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Verhuur 290.754 445.188 401.127
Detachering personeel 399.230 312.060 384.973
Ouderbijdragen 2.501.722 3.924.099 2.611.145
Projectgelden 1.316.248 957.480 1.013.280
Kantine verkopen 140.036 175.667 122.950
Kluisjesverhuur 99.323 158.104 80.594
Overdrachtsmiddelen leerlingen 91.656 121.958 176.826
Overige 278.894 230.608 291.585
Overige 1.926.158 1.643.817 1.685.236
5.117.864 6.325.164 5.082.481

De daling van de ouderbijdragen ten opzichte van begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door de coronapandemie waardoor vele activiteiten en werkweken niet zijn doorgegaan en dus ook geen ouderbijdragen voor zijn ontvangen c.q. deze zijn terugbetaald door Dunamare. In de begroting is geen rekening gehouden met de opleving van de coronapandemie.

Verder is de stijging in de projectgelden te wijten aan aanvullende toekenningen vanwege extra geleverde prestaties. De verhuurbaten zijn achtergebleven vanwege de coronamaatregelen waardoor verhuur niet mogelijk was.

De stijging in kluisverhuur en de kantineverkopen zijn het gevolg van het feit dat leerlingen in 2021 weer meer gebruik daarvan konden maken op de momenten dat de coronamaatregelen dat toestonden. Deze baten bleven wel achter op begroting door o.a. de lockdowns vanwege de coronapandemie.

4.1 Personeelslasten

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Brutolonen en salarissen 89.450.696 89.886.076 83.763.558
Sociale lasten 13.134.214 12.712.311 12.159.360
Pensioenpremies 14.724.387 14.157.005 13.033.016
Lonen en salarissen 117.309.296 116.755.392 108.955.933
Dotaties personele voorzieningen 605.336 756.296 3.107.186
Personeel niet in loondienst 3.455.892 1.731.797 2.882.680
Scholing personeel 1.201.313 1.496.570 958.879
Overig 2.187.589 1.769.526 1.609.375
Overige personele lasten 7.450.131 5.754.189 8.558.120
Af: Uitkeringen -807.227 -169.625 -830.629
123.952.200 122.339.956 116.683.424

De personele lasten zijn € 7,2 miljoen hoger dan over 2020 en de grootste afwijkingen bestaan uit:

  • een hogere gemiddelde personele last n.a.v. nieuwe cao;
  • een hogere personele inzet van 35 fte;
  • een stijging in inhuur personeel van € 0,5 miljoen;
  • een daling in dotatie personele voorzieningen van € 2,5 miljoen.


De personele lasten zijn € 1,6 miljoen hoger dan begroting 2021 en de grootste afwijkingen zijn:

  • Hogere kosten inhuur personeel als gevolg van de coronapandemie voor € 1,7 miljoen (onder andere toezicht, ziektevervanging en inzet inhaal- en ondersteuningsprogramma’s en nationaal programma onderwijs);
  • Hogere dotatie personele voorzieningen doordat de nieuwe voorziening generatieregeling niet was begroot (€ 0,7 miljoen). Daarnaast is in het begrote bedrag ook rekening gehouden met de verwachte onttrekkingen en is daarmee per saldo te laag begroot (€ 0,15 miljoen);
  • Hogere beschikte uitkeringen á € 0,7 miljoen. De scholen begroten deze uitkeringen jaarlijks erg voorzichtig en er vooraf niet altijd goed in te schatten is voor hoeveel medewerkers dit zal gaan gelden.

 

Aantal medewerkers

Gedurende het jaar 2021 waren er gemiddeld 1.428 fte (2020: 1.393 fte) in dienst van Dunamare Onderwijsgroep, welke allen werkzaam zijn in Nederland.

-

Aantal medewerkers. De onderverdeling van het aantal fte is als volgt:

2021 2020
Directie en management 19 20
Onderwijs ondersteunend personeel 437 427
Onderwijzend personeel 972 946
Totaal 1.428 1.393

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders

Wet normering topinkomens (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Met ingang van 2017 wordt ten aanzien van onderwijsinstellingen het van toepassing zijnde WNT-maximum bepaald op basis van een aantal criteria. Deze criteria betreffen totale baten, aantal leerlingen/studenten en aantal gewogen onderwijssoorten. De WNT is van toepassing op Dunamare Onderwijsgroep. Het voor Dunamare Onderwijsgroep toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2021€209.000 (2020: € 201.000), zijnde het bezoldigingsmaximum voor het onderwijs, klasse G. De Raad van Toezicht heeft in haar vergadering van 14 oktober 2021 ook deze indeling van Dunamare Onderwijsgroep in klasse G vastgesteld. De complexiteitspunten per criterium:

-

Complexiteitspunten

Criterium Complexiteitspunten
Driejaarsgemiddelde van de totale baten per kalenderjaar: 9
Driejaarsgemiddelde van het aantal bekostigde leerlingen: 4
Het gewogen aantal onderwijssoorten of sectoren: 5
Totaal aantal complexiteitspunten 18

Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum. In verslagjaar 2021 is de WNT norm niet overschreden, zoals blijkt uit onderstaande toelichting.

-

1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling 2021

Gegevens 2021 - bedragen x € 1 H.H. Post A.L. van Loenen Drs. A.J. Strijker
Functiegegevens Voorzitter college van bestuur Lid college van bestuur Lid college van bestuur
Aanvang en einde functievervulling in 2021 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/3
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1 1 1
Dienstbetrekking? Ja Ja Ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 170.292 143.058 38.792
Beloningen betaalbaar op termijn 23.262 22.338 5.828
Subtotaal 193.554 165.396 44.620
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 209.000 209.000 51.534
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Bezoldiging 193.554 165.396 44.620
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Gegevens 2020 - bedragen x € 1 H.H. Post A.L. van Loenen Drs. A.J. Strijker
Functiegegevens Lid college van bestuur Voorzitter college van bestuur N.v.t. Voorzitter college van bestuur Lid college van bestuur
Aanvang en einde functievervulling in 2020 1/9 - 22/10 23/10 - 31/12 N.v.t. 1/1/ - 22/10 23/10 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1 1 N.v.t. 1 1
Dienstbetrekking? Ja Ja N.v.t. Ja Ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 25.485 33.612 N.v.t. 128.391 30.777
Beloningen betaalbaar op termijn 3.191 4.274 N.v.t. 17.299 4.081
Subtotaal 28.676 37.886 N.v.t. 145.690 34.857
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 67.000 N.v.t. 201.000
Bezoldiging 66.562 N.v.t. 180.547

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12 in 2021

Voor het verslagjaar 2021 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare Onderwijsgroep.

-

1c. Toezichthoudende topfunctionarissen

Gegevens 2021 - bedragen x € 1 J.C. Huizinga-Heringa T.J. Triezenberg F.C. Azimullah R.H. Dubbeldeman S. Haringa R.K. van Rijn J.S. Duttenhofer
Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid
Aanvang en einde functievervulling in 2021 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
Bezoldiging
Bezoldiging 12.000 8.059 8.028 8.000 8.037 8.000 8.000
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 31.350 20.900 20.900 20.900 20.900 20.900 20.900
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Bezoldiging 12.000 8.059 8.028 8.000 8.037 8.000 8.000
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Gegevens 2020 - bedragen x € 1 J.C. Huizinga-Heringa T.J. Triezenberg F.C. Azimullah R.H. Dubbeldeman S. Haringa R.K. van Rijn J.S. Duttenhofer
Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid N.v.t.
Aanvang en einde functievervulling in 2020 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 19/3 - 31/12
Bezoldiging
Bezoldiging 12.000 8.054 8.008 8.000 8.093 8.000 6.667
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 30.150 20.100 20.100 20.100 20.100 20.100 15.816

Totaal bezoldiging RvT en toepasselijk WNT-maximum RvT is exclusief 21% btw.

1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van€ 1.700 of minder

Voor het verslagjaar 2021 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare Onderwijsgroep.

1e. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan€ 1.700

Voor het verslagjaar 2021 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare Onderwijsgroep.

1f. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan€ 1.700 waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is.

Voor het verslagjaar 2021 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare Onderwijsgroep.

1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van€ 1.700 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is.

Voor het verslagjaar 2021 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare Onderwijsgroep.

2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen

Voor het verslagjaar 2021 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare Onderwijsgroep.

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2021 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

4.2 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Immateriële vaste activa 65.528 44.302 41.671
Materiële vaste activa 5.005.645 5.401.454 5.024.288
5.071.172 5.445.756 5.065.959

De afschrijvingen van de (im)materiële vaste activa komen niet overeen met de afschrijvingen in de verloopstaat van de activa bij de toelichting in 1.1 en 1.2. Dit komt doordat de afschrijvingen van enkele activa worden vergoed door de subsidie in het kader van Sterk Techniek Onderwijs voor in totaal circa 79.000 euro in 2021.

4.3 Huisvestingslasten

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Huur 1.537.797 1.495.383 1.269.921
Verzekeringen - 10.000 10.023
Onderhoud 1.191.371 878.211 910.077
Energie en water 1.794.822 1.732.871 1.536.979
Schoonmaakkosten 2.664.782 2.506.176 2.627.591
Heffingen 758.448 732.326 725.862
Dotatie onderhoudsvoorzieningen 3.512.354 2.909.358 3.123.102
Overige 491.327 525.413 580.140
11.950.901 10.789.737 10.783.694

De huurkosten zijn gestegen als gevolg van gestegen huurkosten NOVA en huur van tijdelijke huisvesting als gevolg van verbouwingen op de scholen.

De dotatie onderhoudsvoorzieningen is in 2020 en 2021 naar aanleiding van de recente conditiemeting van de gebouwen verhoogd met circa € 1 miljoen om de voorziening groot onderhoud op schoolniveau op het juiste niveau te brengen conform het meest actuele MJOP.

4.4 Overige lasten

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Administratie- en beheerslasten 2.779.259 3.211.691 2.625.919
Inventaris, apparatuur en leermiddelen 9.092.024 8.664.490 8.461.167
Dotatie overige voorzieningen
Wervingskosten 580.623 447.253 510.802
Representatiekosten 186.944 102.265 88.601
Kantinekosten 97.545 154.000 121.199
Schoolactiviteiten 1.541.945 2.750.982 1.139.026
Contributies/abonnementen 475.037 372.443 431.447
Verzekeringen 410.433 332.853 388.804
Kosten leerlingkluisjes 120.429 115.103 139.940
Projectgelden 1.010.266 1.273.535 406.467
Overdrachtsgelden leerlingen 735.288 644.908 741.863
Kosten schepen 371.551 421.880 283.256
Kosten transportmiddelen 105.194 93.767 79.210
Sterk Techniek onderwijs 1.751.785 1.220.833 1.255.830
Overig 446.979 391.939 1.150.135
7.834.020 8.321.761 6.736.579
19.705.303 20.197.942 17.823.665

De schoolactiviteiten bestaan uit schoolreizen, werkweken en excursies. De lasten vertonen een stijging omdat deze activiteiten deels zijn doorgegaan wanneer de coronamaatregelen het toelieten. In 2021 kon er daardoor meer doorgaan dan in 2020.

De uitgaven projectgelden zijn hoger dan realisatie 2020. Dit komt omdat in 2021 op een aantal projecten extra inspanning is geleverd. Daarnaast vallen hier ook de lasten in het kader van het nationaal programma onderwijs onder, alsmede lasten voor overige coronasubsidies.

In 2020 is het project Sterk Techniek Onderwijs gestart waarvoor Dunamare penvoerder is voor twee regio’s. Ondanks de coronapandemie zijn activiteiten hiervoor doorgegaan en zijn deze lasten hoger dan in 2020. De stijging ten opzichte van de begroting 2020 wordt verklaard doordat in de begroting enkel rekening was gehouden met de lasten van Dunamarescholen, terwijl in de realisatie conform wet- en regelgeving ook de lasten van derden in de jaarrekening van Dunamare zijn opgenomen.

De overige lasten zijn gedaald ten opzichte van 2020, doordat in 2020 er een eenmalige last inzake afwikkelkosten zat in verband met de overgang van de Paulus mavo, Daaf Geluk en Sterren College naar het Spaarne College (circa 630.000euro) in tegenstelling tot in 2021.

-

Accountantshonoraria - De volgende honoraria (inclusief btw) zijn ten laste gebracht van de stichting zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2 BW:

in euro's 2021 2020
Controle jaarrekening 2019 - 129.904
Controle jaarrekening 2020 - 90.750
Controle jaarrekening 2021 90.750 -
Andere controlewerkzaamheden 5.294 -
Fiscale advisering - -
Niet-controlediensten - -
96.044 220.654

De werkzaamheden zijn uitgevoerd door:

  • PriceWaterhouseCoopers N.V. (PwC) voor de controlewerkzaamheden 2019
  • Astrium Onderwijsaccountants B.V. (Astrium) voor de controlewerkzaamheden 2020 en 2021, alsmede de andere controlewerkzaamheden.

5 Financiële baten en lasten

in euro's 2021 Begroting 2021 2020
Rentebaten 779 - 1.802
Rentelasten 15 - 22.417
764 - -20.616

De daling van de rentelasten is voornamelijk het gevolg van het per maart 2020 gebruik maken van Schatkistbankieren. Er is mede daardoor in 2021 minder (negatieve) rente betaald dan in 2020 over de uitstaande tegoeden liquide middelen.

Verbonden partijen

-

Model E: Verbonden partijen

Naam Juridische vorm Statutaire zetel Code activiteiten Eigen vermogen 31-12-2020 (t-1) Resultaat jaar 2020 (t-1) Totale baten 2020 (t-1) Art. 2:403 BW Deelname Consolidatie
in euros in euros in euros Ja/Nee % %
Vereniging Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland Vereniging Haarlem 4 - Overig 2.279.496 -663.257 24.981.447 Nee -
Stichting VO Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden Stichting Aalsmeer 4 - Overig 3.307.223 -13.997 23.440.280 Nee -
Stichting VO Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Fryslân-Noard Stichting Leeuwarden 4 - Overig 676.864 -273.187 21.699.024 Nee -

Omdat de gegevens over het boekjaar 2021 van de partijen nog ontbreken is ervoor gekozen de gegevens van 2020 (t-1) op te nemen in het overzicht verbonden partijen.

Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.

Gebeurtenissen na balansdatum


Oorlog in Oekraïne

Eind februari 2022 heeft Rusland de oorlog tegen Oekraïne geïntensiveerd. Voor Dunamare hebben de ontwikkelingen in deze oorlog een beperkte impact. Wij merken dat, naast de eerdere prijsstijgingen door corona, bepaalde inkopen duurder worden. Daaronder valt onder andere de levensmiddelen, waar met name onze maritieme academie gebruik van maken. Daar is tevens dagelijks sprake van bereiding van deze levensmiddelen, waarbij met name gebruik wordt gemaakt van gas en elektra. Ook heeft Dunamare gas en elektra nodig voor haar schoolgebouwen waar wij het onderwijs voor onze leerlingen in verzorgen. Dunamare heeft eind 2021 wel al reeds maatregelen genomen om het effect van de prijsstijgingen in gas en elektra te beperken door afspraken te maken met de leveranciers daarvan.
Verder zien wij ook dat de inkoopprijzen van aannemers c.q. uitvoerders van huisvestingsprojecten stijgen en dat invloed heeft op de kosten voor het uit te voeren onderhoud en huisvestingsprojecten.

Het is op het moment van schrijven van dit jaarverslag 2021 nog onzeker wanneer de intensiteit en de maatregelen rond Rusland in deze oorlog afnemen. Daarmee is ook nog onbekend wat de duur van de prijsstijgingen is. Het is daarnaast ook onzeker wat mogelijke restgevolgen hiervan zijn op zowel financieel gebied, als beschikbaarheid van goederen en diensten.